6 juli 2011

GE 4 Juli 2011 Erkenning voor veteranen

In het Veteraneninloophuis De Treffer in Eindhoven zijn aan een 2-tal veteranen zaterdag 2 juli het zilveren Draaginsigne Gewonden uitgereikt...

R. Jansen uit Eindhoven, die in 1993 deelnam aan een UNPROFOR vredesmissie in Bosnië kreeg de onderscheiding uitgereikt door zijn leidinggevende van toen, majoor b.d. Richard Marchand. Voor zijn kameraad Roel Tabois (40) uit Helmond was burgemeester Fons Jacobs speciaal naar het inloophuis gekomen om het bijzondere kleinood op te spelden.

Waardering

“Wij staan voor onze veteranen en hebben veel waardering voor hun bijdrage aan vrede en veiligheid in landen, waar dit niet vanzelfsprekend is. Ik ervaar het nu aan den lijve hoe het is als je je niet vrijelijk kunt bewegen. Ik vind het dan ook heel bijzonder om deze bijzondere onderscheiding toch persoonlijk uit te kunnen reiken”, aldus burgemeester Fons Jacobs van Helmond

Schokkend

De voormalig militairen zien er op het eerste gezicht blakend gezond uit, maar schijn bedriegt. Beiden lijden aan een Posttraumatische Stress Stoornis (PTSS), een ernstige stressreactie op schokkende gebeurtenissen die zij tijdens hun militaire missie hebben meegemaakt. Bij Tabois, die onder meer werd uitgezonden naar Rwanda, Villa France in Italië en Bosmië, werd de aandoening een aantal jaren geleden vastgesteld.

Bijzonder trots

“Ik heb het een en ander meegemaakt tijdens mijn uitzendingen, maar ik heb die ervaringen altijd weggestopt en emoties onderdrukt”, vertelt Tubois. “En dat breekt je op een gegeven moment op. Ik kon de omschakeling van militair naar burgermaatschappij gewoon niet maken.” Inmiddels is Tabois al een aantal jaar in therapie, samen met zijn gezin. “We zijn er nog lang niet, want soms heb je ook weer een terugval, maar we gaan door. Ik ben dan ook bijzonder trots dat ik dit insigne heb mogen ontvangen. Voor mij is het een bewijs dat je serieus wordt genomen en een erkenning voor hetgeen je hebt meegemaakt. Het is een deels ook een erkening voor mijn gezin, want die lijdt er net zo zeer onder.”

BRON