De huiskamer van De Treffer, het veteranenhuis in Eindhoven, hangt vol met herinneringen aan missies.
Uit Nieuw Guinea, Libanon, Bosnië, Irak en Afghanistan kwamen schildjes, foto's, vliegtuigjes, kaarten en andere attributen. Drie keer in de week is het statige pand in de binnenstedelijke wijk De Bergen de huiskamer van gelijkgestemden, jong en oud. De oudste bezoeker is in de negentig, de jongste is dertiger. Ze zijn met vierduizend veteranen in totaal en komen uit de hele regio.
Wat is de functie van het veteranenhuis?
"Hier krijgen uitgezonden militairen een warm welkom en een luisterend oor. Hun verhalen worden gedeeld én herkend", zegt Huub Vleeshouwers. Bijvoorbeeld op de eerste donderdagavond van de maand. Dan wordt er samen gegeten. Want overeenkomsten tussen het leven tijdens een uitzending en het leven in Nederland zijn er nauwelijks. Dat weet ook Vleeshouwers, , die dinsdag Roy Meelhuysen opvolgt als voorzitter van de stichting Veteranen Brabant Zuid Oost, na uitzendingen naar Bosnië en Afghanistan. "Ik ben in gebieden geweest waar kinderen van vier jaar bedelen. Waar steden kapotgeschoten zijn en waar verschrikkingen hadden plaatsgevonden of zouden gaan plaatsvinden. Eenmaal terug worden veteranen wakker in een koud Nederland, vol wetten en regels. Je mag niet harder rijden dan vijftig, moet wachten voor loketten en bent een van de velen."
Hoe anders is dat op missie?
"Daar is de saamhorigheid en het collectieve vermogen groot. Dat schept een band. Hier is het 'ik' voor en 'ik' na."
Ik hoor het velen zeggen: een beroepsmilitair weet toch dat ie kan worden uitgezonden.
"Dat wordt veteranen vaak voorgehouden. En dan mogen ze niet meer zeuren? Zij nemen beelden mee van gevechtshandelingen of hebben geschoten of erger: mensen gedood. Verrekte lastig om dat uit te leggen. Niemand zit hier op verhalen te wachten. Of de buurman denkt: daar heb je hem weer."
Hoe hebt u zelf de overgang van missie naar Nederland ervaren?
"Acclimatiseren heeft me zeker een halfjaar gekost. Ik probeerde snel in te burgeren, maar dat lukt niet. Doordat achterblijvers voor zichzelf moeten zorgen, geven militairen dingen weg. Zoiets futiels als de administratie doen. De zelfstandigheid van achterblijvers gaat ook na terugkomst door. Er moet een nieuwe rolverdeling komen thuis. Dat moet je kunnen. Bovendien kost dat tijd. In mijn tijd was er nog geen veteranenhuis. Voor oudere veteranen was de overgang nog abrupter. Zij kwamen na drie jaar Indonesië terug en er was geen werk. Sterker nog: hen werd verweten geen bijdrage te hebben geleverd aan de wederopbouw."
In hoeverre hebben uitzendingen u veranderd?
"Dat alles in overvloed aanwezig is en de goede voorzieningen in Nederland springen direct in het oog na terugkomst. De verschillen hebben ervoor gezorgd dat ik meer dan eerst erop hamer dat je eerst spaart voordat je iets koopt en geen eten weggooit."
Waarom is Defensie veteranenhuizen gaan financieren?
"Vanwege de overgang van dienstplicht naar beroepsleger is Defensie zich bewuster geworden van de rol van werkgever. Dat brengt verantwoordelijkheden mee. De veteranenhuizen zorgen voor nazorg na uitzendingen. Veteranen acclimatiseren en ontladen niet langer thuis op de bank, maar in een luxe oord op Kreta. Als beloning, maar ook om te bezinnen."
Wat wordt uw stempel als voorzitter?
"Ik loop hier al rond sinds kort na het begin van dit huis, in 2006. Dit veteranenhuis en onze activiteiten, bijvoorbeeld onze aanwezigheid bij herdenkingen en andere vieringen, tonen dat we bestaansrecht hebben. We moeten ons niet alleen ophouden in dit huis, maar zichtbaar zijn bij bijeenkomsten en herdenkingen."
U schrijft in uw sollicitatiebrief dat u risico's neemt. Welke?
"Wij moeten bereid zijn naar onszelf te kijken. Oudere veteranen zijn gewend parades te lopen. De jeugd voelt daar niet zo voor. Wij moeten de focus verleggen van oud naar jong, zonder dat ouderen afhaken. Daarnaast moet het bestuur leden actief aanspreken op hun aanwezigheid bij activiteiten."
En de veteranen?
"Urenlang kunnen zij verhalen, maar ze moeten ook luisteren. Militairen zijn nogal hiërarchisch ingesteld. Oudere veteranen moeten ook naar de jongere luisteren in plaats van verwachten dat de jonkies wel naar hen luisteren. Daar zal het bestuur op toezien."
'Aardig' is een andere kwalificatie die u uzelf in uw brief toedicht.
"Ik merk dat ik met mijn Brabantse mentaliteit een bruggenbouwer ben tussen 'strijdende partijen' bij Defensie in Den Haag. Ook tussen veteranen is het belangrijk dat je aardig bent. Iedereen verdient een pluim, knipoog, vriendelijke lach of luisterend oor."